11. Maar toen Jochanan, de zoon van Kareach, en al de legeroversten die bij hem waren, hoorden van al het onheil dat Jismaël, de zoon van Netanja, had aangericht,
12. namen zij al de mannen en trokken uit om tegen Jismaël, de zoon van Netanja, te strijden. En zij troffen hem aan bij het grote water in Gibeon.
13. Toen al het volk dat bij Jismaël was, Jochanan, de zoon van Kareach, en al de legeroversten die bij hem waren, zag, waren zij verheugd;
14. en al het volk dat Jismaël van Mispa gevankelijk had weggevoerd, keerde om en voegde zich bij Jochanan, de zoon van Kareach.