9. Te dien dage zal het geschieden, luidt het woord des Heren, dat de koning en de vorsten het hart zal ontzinken, dat de priesters verbijsterd zullen staan en de profeten zich zullen ontzetten,
10. en zeggen: Ach, Here Here, waarlijk, Gij hebt dit volk en Jeruzalem ten zeerste misleid door te zeggen: Gij zult vrede hebben; het zwaard raakt immers tot aan het leven.
11. Te dien tijde zal van dit volk en van Jeruzalem gezegd worden: Een gloeiende wind van de heuvels in de woestijn is op weg naar de dochter mijns volks, niet om te wannen, niet om te zuiveren.