13. Zie, Ik zàl u! die daar zetelt in het dal, rots in de vlakte! luidt het woord des Heren, gij, die zegt: Wie zal tot ons afdalen, wie zal in onze schuilhoeken binnendringen?
14. Nu, Ik zal aan u bezoeking doen naar de vrucht uwer handelingen, luidt het woord des Heren, en Ik zal een vuur in haar woud ontsteken, dat haar gehele omgeving verteren zal.