Jeremia 14:5-8 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

5. Want zelfs de hinde in het veld verlaat het jong dat zij wierp, omdat er geen groen is;

6. en de wilde ezels staan op de kale heuvels te happen naar lucht gelijk de jakhalzen, hun ogen smachten, omdat er geen kruid groeit.

7. Al getuigen onze ongerechtigheden tegen ons, Here, doe het om uws naams wil. Want vele zijn onze afdwalingen, tegen U hebben wij gezondigd.

8. Hope Israëls, zijn Helper in tijd van nood, waarom zoudt Gij zijn als een vreemdeling in het land, als een reiziger die slechts zijn intrek neemt om te overnachten?

Jeremia 14