Hosea 8:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. De bazuin aan uw mond! Als een arend (komt het) tegen het huis des Heren! Omdat zij mijn verbond hebben overtreden en tegen mijn wet gerebelleerd.

2. Tot Mij roepen zij: Mijn God! Wij, Israël, kennen U!

3. Doch Israël verfoeit het goede – de vijand achtervolgt hem.

4. Zij hebben koningen aangesteld, maar buiten Mij om; vorsten, zonder dat Ik ervan wist. Van hun zilver en hun goud hebben zij zich afgodsbeelden gemaakt tot hun verderf.

5. Verfoeilijk is uw kalf, o Samaria! – Mijn toorn is tegen hen ontbrand. Hoelang nog zal hun reiniging onmogelijk zijn? –

Hosea 8