Hooglied 8:12-14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

12. Mijn wijngaard, de mijne, ligt vóór mij;de duizend laat ik aan u, Salomo,en tweehonderd aan de bewakers van zijn vrucht.

13. – Gij bewoonster der hoven,naar uw stem luisteren de makkers,laat ze mij horen.

14. – Haast u, mijn geliefde, en doe als de gazelof als het hertejong op bergen vol balsemkruid.

Hooglied 8