Hooglied 5:14-15 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

14. Zijn armen zijn gouden rollen,bezet met Tarsisstenen,zijn lichaam is een kunstwerk van ivoor,bedekt met lazuursteen.

15. Zijn benen zijn witmarmeren zuilen,rustend op voetstukken van gelouterd goud;zijn gestalte is als de Libanon,uitgelezen als de ceders.

Hooglied 5