48. De Allerhoogste echter woont niet in wat men met handen maakt, zoals de profeet zegt:
49. De hemel is Mij ten troon, en de aarde een voetbank mijner voeten.Wat voor huis zult gij Mij bouwen, zegt de Here,of wat is de plaats mijner rust?
50. Heeft niet mijn hand dit alles gemaakt?
51. Hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij verzet u altijd tegen de heilige Geest; gelijk uw vaderen, zo ook gij.