Handelingen 28:8-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

8. Nu geschiedde het, dat de vader van Publius met ingewandskoortsen te bed lag; en Paulus ging tot hem en deed een gebed, en hij legde hem de handen op en genas hem.

9. En toen dit geschied was, kwamen ook de anderen op het eiland, die ziekten hadden, en werden genezen;

10. en zij vereerden ons ook met vele eerbewijzen en toen wij weer uitzeilden, voorzagen zij nog in hetgeen wij nodig hadden.

11. Na drie maanden nu zeilden wij uit met een schip uit Alexandrië, dat op het eiland overwinterd had, en de Dioskuren als kenteken voerde.

Handelingen 28