Handelingen 16:8-10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

8. en toen zij Mysië voorbij waren, kwamen zij te Troas.

9. En Paulus kreeg in de nacht een gezicht; er stond een Macedonisch man, die hem toeriep: Steek over naar Macedonië en help ons.

10. Toen hij het gezicht gezien had, zochten wij dadelijk gelegenheid om naar Macedonië te vertrekken, daar wij eruit opmaakten, dat God ons had geroepen om hun het evangelie te verkondigen.

Handelingen 16