Haggai 2:6-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

6. overeenkomstig het woord dat Ik u beloofd heb, toen gij uit Egypte uittoogt, en mijn Geest in uw midden stond: vreest niet.

7. Want zo zegt de Here der heerscharen: Een ogenblik nog, een korte wijle, dan zal Ik de hemel en de aarde, de zee en het droge doen beven.

8. Ja, Ik zal alle volken doen beven en de kostbaarheden van alle volken zullen komen en Ik zal dit huis met heerlijkheid vervullen, zegt de Here der heerscharen.

9. Van Mij is het zilver en van Mij is het goud, luidt het woord van de Here der heerscharen.

10. De toekomstige heerlijkheid van dit huis zal groter zijn dan de vorige, zegt de Here der heerscharen; op deze plaats zal Ik heil geven, luidt het woord van de Here der heerscharen.

11. Op de vierentwintigste dag van de negende maand in het tweede jaar van Darius kwam het woord des Heren tot de profeet Haggai aldus:

Haggai 2