20. Gij moet het niet jammer vinden van uw huisraad, want het beste van het gehele land Egypte zal voor u zijn.
21. Toen deden de zonen van Israël aldus; en Jozef gaf hun wagens volgens Farao’s bevel; ook gaf hij hun teerkost voor de reis.
22. Aan hen allen, man voor man, gaf hij een stel kostbare klederen en aan Benjamin gaf hij drie honderd zilverstukken en vijf stel kostbare klederen.