Genesis 38:18 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

Hij zeide: Wat voor pand moet ik u geven? Zij zeide: Uw zegelring, uw snoeren en de staf, die in uw hand is. Toen gaf hij het haar, en hij kwam tot haar en zij werd zwanger van hem.

Genesis 38

Genesis 38:12-22