Genesis 28:21-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

21. en ik behouden tot mijns vaders huis wederkeer, dan zal de Here mij tot een God zijn.

22. En deze steen, die ik tot een opgerichte steen gesteld heb, zal een huis Gods wezen, en van alles wat Gij mij schenken zult, zal ik U stipt de tienden geven.

Genesis 28