Genesis 19:16-19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

16. En toen hij talmde, grepen de mannen hem en zijn vrouw en zijn beide dochters bij de hand, omdat de Here hem wilde sparen, en leidden hem uit en brachten hem buiten de stad.

17. En zodra zij hen naar buiten geleid hadden, zeide een van hen: Vlucht om uws levens wil; zie niet om, en sta nergens in de Streek stil; vlucht naar het gebergte, opdat gij niet verdelgd wordt.

18. En Lot zeide tot hen: Neen toch, mijn heer.

19. Zie toch, uw knecht heeft genade gevonden in uw ogen, en gij hebt mij een grote weldaad bewezen door mij in het leven te behouden, maar ik zal niet naar het gebergte kunnen ontkomen, zonder dat het onheil mij achterhaalt en ik sterf.

Genesis 19