Genesis 1:4-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

4. En God zag, dat het licht goed was, en God maakte scheiding tussen het licht en de duisternis.

5. En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de eerste dag.

6. En God zeide: Daar zij een uitspansel in het midden der wateren, en dit make scheiding tussen wateren en wateren.

Genesis 1