22. Ik zal mijn aangezicht van hen afwenden en men zal mijn kleinood ontheiligen: geweldenaars zullen er binnendringen en het ontheiligen.
23. Maak een keten gereed, want het land is vol bloedschuld en de stad vol geweld.
24. Ik zal de kwaadaardigste volken doen komen en deze zullen hun huizen in bezit nemen; Ik zal een einde maken aan de trots der machtigen, en hun heiligdommen zullen ontheiligd worden.