Ezechiël 41:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Daarop bracht hij mij naar de hoofdzaal en hij mat de muurvlakken, zes el breed aan weerszijden – de breedte van de tent.

2. De breedte van de ingang was tien el, en de zijkanten van de ingang waren vijf el aan weerszijden. Ook mat hij de lengte (van de hoofdzaal): veertig el, en de breedte: twintig el.

3. Toen ging hij naar het binnenvertrek en hij mat het muurvlak van de ingang: twee el, en de ingang: zes el, en de breedte naast de ingang: zeven el.

4. Vervolgens mat hij de lengte (van het binnenvertrek): twintig el, en de breedte: twintig el, langs de hoofdzaal; en hij zeide tot mij: Dit is het Heilige der heiligen.

5. Toen mat hij de muur van het huis: zes el (dik), en de breedte van de ombouw: vier el, overal rondom het huis.

Ezechiël 41