Ezechiël 35:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Het woord des Heren kwam tot mij:

2. Mensenkind, keer uw gelaat naar het gebergte Seïr, profeteer daartegen

3. en zeg: zo zegt de Here Here: zie, Ik zàl u, gebergte Seïr! Ik strek mijn hand tegen u uit en maak u tot een oord van woestheid en verwoesting.

4. Tot een puinhoop zal Ik uw steden maken, een woestenij zult gij worden, en gij zult weten, dat Ik de Here ben.

5. Omdat gij een eeuwige vijandschap hebt gekoesterd en gij de Israëlieten hebt overgeleverd aan het geweld van het zwaard ten tijde van hun rampspoed, ten tijde van de eindafrekening,

Ezechiël 35