14. Patros verwoesten, vuur leggen in Soan en gerichten voltrekken aan No.
15. Ik zal mijn grimmigheid uitstorten over Sin, de vesting van Egypte, en Ik zal de menigte van No uitroeien.
16. Vuur zal Ik leggen in Egypte. Sin zal hevig beven; in No zullen bressen geslagen worden; en wat Nof betreft: vijanden bij dag!
17. De jongelingen van Awen en Pi-Beset zullen door het zwaard vallen en zij zelf zullen in gevangenschap gaan.