4. door het bloed dat gij vergiet, zijt gij schuldig; door de afgoden die gij maakt, zijt gij onrein; gij hebt uw dagen nabij gebracht en de grens van uw jaren bereikt. Daarom zal Ik u maken tot een voorwerp van smaad voor de volken en van spot voor alle landen.
5. Zij, die dicht bij u en die ver van u gelegen zijn, zullen de spot met u drijven, gij, berucht om uw onreinheid en vol van wanorde!
6. Zie, de vorsten van Israël zijn er op uit ieder zoveel mogelijk bloed te vergieten.