8. Toen kwam Ik voorbij u en zag u, en zie, de tijd der liefde was voor u gekomen; Ik spreidde de slip van mijn kleed over u en bedekte uw naaktheid, Ik ging onder ede een verbond met u aan, luidt het woord van de Here Here; zo werdt gij de mijne.
9. Toen wies Ik u met water, spoelde het bloed van u af en zalfde u met olie.
10. Ik bekleedde u met een kleurig geborduurd gewaad, schoeide u met het kostbaarste leder, wond u een fijn linnen hoofddoek om en hulde u in zijde.
11. Ik tooide u met sieraden, deed armbanden aan uw armen en een keten om uw hals.