Ezechiël 16:1-4 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Het woord des Heren kwam tot mij:

2. Mensenkind, doe Jeruzalem haar gruwelen kennen

3. en zeg: zo spreekt de Here Here tot Jeruzalem: gij zijt naar afkomst en geboorte uit het land der Kanaänieten; uw vader was een Amoriet en uw moeder een Hethitische.

4. Wat uw geboorte aangaat: toen gij geboren waart, werd uw navelstreng niet afgesneden en werdt gij niet tot uw reiniging met water gewassen; ook werdt gij niet met zout ingewreven noch in windsels gewikkeld.

Ezechiël 16