Ezechiël 15:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Het woord des Heren kwam tot mij:

2. Mensenkind, wat heeft het hout van de wijnstok vóór op alle ander rankendragend hout tussen de bomen van het woud?

3. Neemt men daarvan hout om dat tot iets te verwerken of maakt men daarvan een pin om er van alles aan op te hangen?

4. Zie, het wordt tot voedsel aan het vuur gegeven; het vuur heeft de beide uiteinden verteerd, het middenstuk brandt: deugt het nog om verwerkt te worden?

5. Zelfs toen het nog gaaf was, werd het niet tot iets verwerkt; hoeveel te minder, als het vuur het verteerd heeft, en het verbrand is; zal het dan nog tot iets worden verwerkt?

Ezechiël 15