Ezechiël 15:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Het woord des Heren kwam tot mij:

2. Mensenkind, wat heeft het hout van de wijnstok vóór op alle ander rankendragend hout tussen de bomen van het woud?

3. Neemt men daarvan hout om dat tot iets te verwerken of maakt men daarvan een pin om er van alles aan op te hangen?

Ezechiël 15