Ezechiël 14:6-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

6. Daarom zeg tot het huis Israëls: Zo zegt de Here Here: bekeert u, keert u af van uw afgoden en wendt u af van al uw gruwelen.

7. Want ieder uit het huis Israëls en uit de vreemdelingen die in Israël vertoeven, die van Mij afvallig wordt, die zijn afgoden in het hart draagt en vlak voor zich stelt wat hem een struikelblok tot ongerechtigheid is, en dan tot de profeet komt, om Mij door hem te raadplegen – Ik, de Here, zelf zal hem van antwoord dienen.

8. Ik zal mijn aangezicht tegen die man richten, hem tot een teken en een spreekwoord maken en hem uitroeien uit het midden van mijn volk. En gij zult weten, dat Ik de Here ben.

9. Wanneer een profeet zich laat verdwazen tot een uitspraak, dan verdwaas Ik, de Here, die profeet en Ik zal mijn hand tegen hem uitstrekken en hem uitroeien uit het midden van mijn volk Israël.

Ezechiël 14