Exodus 39:8-15 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

8. En hij maakte het borstschild, kunstig werk, op dezelfde wijze als de efod: van goud, blauwpurper, roodpurper, scharlaken en getweernd fijn linnen.

9. Vierkant was het; dubbel maakten zij het borstschild, een span lang en een span breed, dubbel.

10. Zij vulden het met vier rijen stenen: een rij rode jaspis, chrysoliet en malachiet, de eerste rij;

11. de tweede rij: hematiet, lazuursteen en prasem;

12. de derde rij: barnsteen, agaat en amethist;

13. de vierde rij: turkoois, chrysopraas en nefriet. In gouden kassen waren zij ingevat in hun zettingen.

14. De stenen overeenkomstig de namen der zonen van Israël, waren twaalf in getal, overeenkomstig hun namen; als zegelgraveerwerk waren zij, elk met zijn naam, voor de twaalf stammen.

15. Zij maakten op het borstschild gedraaide kettinkjes, vlechtwerk van louter goud.

Exodus 39