Exodus 36:35-38 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

35. Men maakte het voorhangsel van blauwpurper, roodpurper, scharlaken en getweernd fijn linnen; met kunstig geweven cherubs maakte men het.

36. Men maakte daarvoor vier pilaren van acaciahout en overtrok ze met goud; de haken waren van goud, en men goot er vier zilveren voetstukken voor.

37. Men maakte een gordijn voor de ingang der tent van blauwpurper, roodpurper, scharlaken en getweernd fijn linnen: veelkleurig weefwerk;

38. en de vijf pilaren van acaciahout, met hun haken; men overtrok hun toppen en dwarsstangen met goud, en de vijf voetstukken waren van koper.

Exodus 36