Exodus 32:33-35 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

33. Maar de Here zeide tot Mozes: Wie tegen Mij gezondigd heeft, zal Ik uit mijn boek delgen.

34. Maar ga nu heen, leid het volk naar de plaats waarvan Ik u gesproken heb; zie, mijn engel zal voor u uit gaan, maar ten dage van mijn bezoeking zal Ik aan hen hun zonde bezoeken.

35. Zo sloeg de Here het volk, omdat dit het kalf gemaakt had, dat Aäron vervaardigd had.

Exodus 32