Exodus 16:9-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

9. En Mozes zeide tot Aäron: Zeg tot de gehele vergadering der Israëlieten: nadert voor het aangezicht des Heren: want Hij heeft uw gemor gehoord.

10. Terwijl nu Aäron sprak tot de gehele vergadering der Israëlieten, richtten zij hun blik naar de woestijn – en zie, de heerlijkheid des Heren verscheen in een wolk.

11. Toen sprak de Here tot Mozes en zeide:

12. Ik heb het gemor der Israëlieten gehoord; zeg tot hen: in de avondschemering zult gij vlees eten en in de morgen zult gij met brood verzadigd worden; en gij zult weten, dat Ik, de Here, uw God ben.

13. En des avonds kwamen kwakkels opzetten en overdekten de legerplaats; en des morgens was er een dauwlaag rondom de legerplaats.

Exodus 16