Exodus 16:28-31 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

28. Daarom zeide de Here tot Mozes: Hoelang weigert gij mijn geboden en wetten te onderhouden?

29. Bedenkt, dat de Here u de sabbat gegeven heeft; daarom geeft Hij u op de zesde dag brood voor twee dagen. Ieder moet op zijn plaats blijven; niemand mag zijn plaats op de zevende dag verlaten.

30. Toen rustte het volk op de zevende dag.

31. Het huis Israëls noemde het: manna; en het was wit als korianderzaad en de smaak ervan was als die van een honigkoek.

Exodus 16