Exodus 15:13-17 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

13. Gij leiddet in uw goedertierenheid het volk dat Gij verlost hebt;Gij leiddet het door uw kracht naar uw heilige woonstede.

14. Volkeren hoorden het, zij sidderden;beving greep de bewoners van Filistea aan.

15. Toen verschrikten Edoms stamhoofden,huivering greep Moabs machtigen aan;alle bewoners van Kanaän sidderden.

16. Ontzetting en schrik overviel hen,door uw geweldige arm verstarden zij als een steen,terwijl uw volk, Here, doortrok,uw volk, dat Gij U hebt verworven, doortrok.

17. Gij brengt hen en plant hen op de berg die uw erfdeel is;de plaats die Gij, Here, tot uw woning gemaakt hebt;het heiligdom, Here, door uw hand gesticht.

Exodus 15