Ester 6:12-14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

12. Daarna keerde Mordekai terug naar de poort des konings, maar Haman haastte zich naar zijn huis, treurig, het hoofd omhuld.

13. En Haman vertelde aan zijn vrouw Zeres en aan al zijn vrienden alles wat hem wedervaren was. Zijn wijzen en zijn vrouw Zeres zeiden tot hem: Indien Mordekai, voor wie gij begonnen zijt te vallen, uit het zaad der Joden is, dan zult gij niets tegen hem vermogen; integendeel: gij zult voor hem geheel ten val komen.

14. Terwijl zij nog met hem spraken, kwamen de hovelingen des konings en zij brachten Haman ijlings naar het feestmaal dat Ester had aangericht.

Ester 6