1. Neigt uw oor, gij hemelen, dan wil ik spreken,en de aarde hore naar de woorden van mijn mond.
2. Mijn leer druipe als regen,mijn rede druppele als dauw,als regenbuien op het jonge groen,en als regenstromen op het kruid;
3. want ik zal de naam des Heren uitroepen;geeft grootheid onze God,