Deuteronomium 31:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Toen is Mozes deze woorden tot geheel Israël gaan spreken;

2. hij zeide tot hen: Ik ben nu honderd en twintig jaar oud; ik kan niet meer uitgaan of ingaan, en de Here heeft tot mij gezegd: De Jordaan hier zult gij niet overtrekken.

3. De Here, uw God, zelf zal voor u uit overtrekken; Hij zelf zal die volken vóór u verdrijven en verdelgen, zodat gij hun land in bezit kunt nemen; Jozua zal voor u uit overtrekken, zoals de Here geboden heeft.

Deuteronomium 31