Deuteronomium 28:40-44 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

40. Olijfbomen zult gij hebben in uw gehele gebied, maar u niet met olie zalven; want uw olijven zullen afvallen.

41. Gij zult zonen en dochters verwekken, maar zij zullen u niet toebehoren, want zij zullen in gevangenschap gaan.

42. Van al uw geboomte en veldvruchten zullen de sprinkhanen zich meester maken.

43. Steeds meer zal de vreemdeling in uw midden u te boven gaan, terwijl gij al dieper zinkt.

44. Hij zal u te leen geven, maar gij niet aan hem; hij zal hoofd zijn, en gij staart.

Deuteronomium 28