Deuteronomium 22:29-30 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

29. dan zal de man, die bij haar gelegen heeft, aan de vader van het meisje vijftig zilverlingen geven, en zij zal hem tot vrouw zijn, omdat hij haar onteerd heeft; hij zal haar niet mogen wegzenden, zolang hij leeft.

30. Een man zal de vrouw van zijn vader niet nemen noch het dek van zijn vader opslaan.

Deuteronomium 22