Deuteronomium 21:3-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

3. En de oudsten van de stad die het dichtst bij de vermoorde gelegen is, zullen een jonge koe nemen, waarmee nog geen werk gedaan is, die nog in geen juk heeft getrokken.

4. De oudsten van die stad zullen de jonge koe brengen naar een dal, dat altijd water heeft en bewerkt noch bezaaid is, en daar in het dal de jonge koe de nek breken.

5. De priesters, de zonen van Levi, zullen naar voren treden – want hen heeft de Here, uw God, verkoren om Hem te dienen en te zegenen in de naam des Heren; naar hun uitspraak zal elk rechtsgeding en elk geval van lichamelijk letsel beslecht worden –.

6. En al de oudsten van die stad – zij, die het dichtst bij de vermoorde wonen – zullen hun handen wassen boven de jonge koe, waarvan in het dal de nek gebroken is,

Deuteronomium 21