Deuteronomium 18:10-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

10. Onder u zal er niemand worden aangetroffen, die zijn zoon of zijn dochter door het vuur doet gaan, die waarzeggerij pleegt, geen wichelaar, uitlegger van voortekenen, of tovenaar,

11. geen bezweerder, niemand, die de geest van een dode of een waarzeggende geest ondervraagt of die de doden raadpleegt.

12. Want ieder die deze dingen doet, is de Here een gruwel, en ter wille van deze gruwelen drijft de Here, uw God, hen voor u weg.

13. Gij zult onberispelijk staan tegenover de Here, uw God;

Deuteronomium 18