Deuteronomium 13:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Wanneer onder u een profeet optreedt of iemand, die dromen heeft, en hij u een teken of een wonder aankondigt,

2. en het teken of het wonder komt, waarover hij u gesproken heeft met de woorden: laten wij andere goden achterna lopen, die gij niet gekend hebt, en laten wij hen dienen –

3. dan zult gij naar de woorden van die profeet of van die dromer niet luisteren; want de Here, uw God, stelt u op de proef om te weten, of gij de Here, uw God, liefhebt met uw ganse hart en met uw ganse ziel.

Deuteronomium 13