Deuteronomium 11:30-32 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

30. liggen zij niet aan de overzijde van de Jordaan achter de westelijke heerbaan, in het land der Kanaänieten, die in de vlakte wonen, tegenover Gilgal bij de terebinten van More?

31. Want gij staat op het punt de Jordaan over te trekken om het land in bezit te gaan nemen, dat de Here, uw God, u geven zal, en gij zult het in bezit nemen en daarin wonen;

32. dan zult gij naarstig onderhouden al de inzettingen en de verordeningen, die ik u heden voorhoud.

Deuteronomium 11