16. maar ik heb van u gehoord, dat gij uitleggingen kunt geven en knopen ontwarren; nu dan, indien gij het schrift kunt lezen en mij de uitlegging daarvan kunt bekendmaken, dan zult gij met purper bekleed worden en een gouden keten zal om uw hals gehangen worden, en gij zult als de derde in het koninkrijk heersen.
17. Daarop antwoordde Daniël de koning: Behoud uw geschenken, en schenk uw gaven aan een ander; nochtans zal ik het schrift voor de koning lezen en hem de uitlegging bekendmaken.
18. O koning, God, de Allerhoogste, heeft uw vader Nebukadnessar koninklijke macht, grootheid, eer en majesteit geschonken,