2 Samuël 5:9-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

9. En David ging in de burcht wonen en noemde die: Stad Davids. Hij bouwde versterkingen rondom, van de Millo af binnenwaarts.

10. En David nam steeds toe in grootheid, en de Here, de God der heerscharen, was met hem.

11. Chiram, de koning van Tyrus, zond gezanten naar David, en cederhout, timmerlieden en steenhouwers; zij bouwden voor hem een paleis.

12. Toen bemerkte David, dat de Here hem als koning over Israël bevestigd had en zijn koningschap in hoog aanzien had gebracht ter wille van zijn volk Israël.

2 Samuël 5