22. En zie, de manschappen van David en Joab keerden van een strooptocht terug en brachten een rijke buit mee. Abner nu was niet meer bij David in Hebron, want hij had hem in vrede laten vertrekken.
23. Toen Joab en het gehele leger dat bij hem was, waren teruggekeerd, deelde men Joab mee: Abner, de zoon van Ner, is bij de koning gekomen en hij heeft hem in vrede laten gaan.
24. Daarop ging Joab naar de koning en zeide: Wat hebt gij gedaan? Zie, Abner is bij u gekomen; waarom hebt gij hem dan laten gaan, zodat hij ongehinderd kon vertrekken?