1. En er was een langdurige strijd tussen het huis van Saul en het huis van David; David werd gaandeweg sterker en het huis van Saul gaandeweg zwakker.
2. In Hebron werden David zonen geboren. Zijn eerstgeborene was Amnon, van Achinoam, de Jizreëlitische;
3. zijn tweede was Kileab, van Abigaïl, de vrouw van de Karmeliet Nabal; de derde was Absalom, de zoon van Maäka, de dochter van Talmai, de koning van Gesur;
4. de vierde Adonia, de zoon van Chaggit; de vijfde Sefatja, de zoon van Abital;
5. en de zesde Jitream, van Egla, de vrouw van David. Deze werden David te Hebron geboren.