8. De strijd breidde zich daar over de gehele streek uit, en het woud verteerde die dag meer van het volk dan het zwaard verteerd had.
9. De knechten van David troffen Absalom aan, terwijl deze op een muildier reed. Toen het muildier onder de dichte takken van een grote terebint kwam, raakte zijn hoofd vast in de terebint, zodat hij tussen hemel en aarde bleef hangen; en het muildier liep onder hem weg.
10. Iemand zag dit en ging Joab het meedelen; hij zeide: Zie, ik heb Absalom aan een terebint zien hangen.
11. Joab zeide tot de man die hem dit meedeelde: Als gij dat dan gezien hebt, waarom hebt gij hem daar niet tegen de grond geslagen? Dan zou het aan mij gestaan hebben u tien zilverstukken en een gordel te geven.