2 Samuël 18:32 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

Maar de koning vroeg de Ethiopiër: Is het wel met de jongeling, met Absalom? En de Ethiopiër antwoordde: Mogen de vijanden van mijn heer de koning en allen die tegen u zijn opgestaan om kwaad te doen, worden als die jongeling.

2 Samuël 18

2 Samuël 18:24-33