1. Daarna monsterde David het krijgsvolk dat bij hem was, en stelde aan hun hoofd oversten over duizend en oversten over honderd.
2. Een derde deel van het volk plaatste David onder bevel van Joab, een derde deel onder bevel van Abisai, de zoon van Seruja, de broeder van Joab, en een derde deel onder bevel van de Gatiet Ittai. En de koning zeide tot het volk: Ook ik zal vast en zeker met u uittrekken.