13. Ik acht het mijn plicht, zolang ik in deze tent ben, u door herinnering wakker te houden,
14. want ik weet, dat het afleggen van mijn tent spoedig komt, zoals ook onze Here Jezus Christus mij heeft doen weten.
15. Maar ik zal mij beijveren, dat gij ook na mijn heengaan telkens weer aan deze dingen kunt denken.
16. Want wij zijn geen vernuftig gevonden verdichtsels nagevolgd, toen wij u de kracht en de komst van onze Here Jezus Christus hebben verkondigd, maar wij zijn ooggetuigen geweest van zijn majesteit.