2 Kronieken 29:34-36 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

34. Er waren echter te weinig priesters, zodat zij niet al de brandoffers de huid konden aftrekken, maar hun broeders, de Levieten, hielpen hen, totdat het werk gereed was en de priesters zich geheiligd hadden. Want de Levieten hadden met hun heiliging meer ernst gemaakt dan de priesters.

35. Ook waren er brandoffers in overvloed met de vetstukken der vredeoffers en met de plengoffers voor het brandoffer. Aldus werd de dienst van het huis des Heren hersteld.

36. Jechizkia en het gehele volk verheugden zich over wat God zijn volk bereid had, want onverwacht was deze zaak geschied.

2 Kronieken 29